De ontwikkeling van het karakter /de persoonlijkheid van de hond 

erfk

 

Erfelijkheid van het gedrag.
De erfelijkheid van het gedrag bij honden is verrassend gering. De erfelijkheid van de basispersoonlijkheid van bijna alle levende wezens ligt bij ca.30-35%.
De individuele vererving van de persoonlijkheid ligt bij 20%
Dat betekent dat er maar een geringe voorspelling gedaan kan worden omtrent de voorouders.
Stamp & Grotes lieten zien in 2010 dat vererving door verschillende omgevingsfactoren kunnen veranderen.
De eigenschappen om vee te kunnen drijven bij bv Border Collies wordt maar met 3 tot 5 % vererft, wat met een onderzoek (Hoffman 2000) naar wedstrijdhonden van het ras border collies is aangetoond. Wat door fokkers bevestigt werd. Hoog gekwalificeerde honden die paren brengen nog geen net zo goede drijvers naar voren als ze zelf zijn.
Brade )2003) en Hart (1995 ontdekten soortgelijke resultaten. Tussen 5-12% bij jachthonden bv onderzochten zij de capaciteit tot vervolgen & apporteren.

Persoonlijkheidstypen
Er zijn 2 Basis persoonlijkheden Type A en Type B
Type a: is de heldhaftige en koele type hij reageert in onbekende situaties eerder met nieuwsgierigheid en verkennend .in stresssituaties zal hij eerder proberen het zelf op te lossen door vlucht of vechten .
Dit type heeft eerder kans op hart en vaatziekten en bovendien bij aanhoudende stres aan ondergewicht te lijden.
Type B : is een wat onzekere en terughoudende hond,en observeert liever alles op een veilige afstand.
Ze neigen eerder tot orgaanziektes in de catagorie stofwisseling zoals bv suikerziekte en leverproblemen. Bovendien zijn deze types vanwege de verbinding van het cortisol-systeem en het immuunsysteem vatbaarder voor infecties en parasieten .
De eigenschappen „KÜHN“ BV, TERUGHOUDEND,ZIJN BIJ VELE HONDENRASSEN BEKEND ,TOCH ZIJN DEZE EIGENSCHAPPEN PER RAS MAAR VOOR 1/3 VERERFT ,DE ANDERE 2/3 KOMEN WEER VOORT UIT OMGEVINGSINVLOEDEN.


5-FAKTOREN-SYSTEM
NAAST DEZE TWEE BASISPERSOONLIJKHEDEN (TYPE A & TYPE B) ZIJN ER NOG 5 PERSOONLIJKHEIDS-EIGENSCHAPPEN DIE BIJ IEDERE HOND KUNNEN OPTREDEN.


1 EMOTIONELE STABILITEIT
2 OPENSTAAN VOOR NIEUWE ERVARINGEN (TRAINBAARHEID )
3 GEZELLIGHEID
4 EXTRAVERSIE
5 DOORZETTINGSVERMOGEN & UITHOUDINGSVERMOGEN, BIJ HET NASTREVEN VAN DOELSTELLINGEN

 

erfkl

 

 


In vele studies onder andere Katharina Boeing (2005, 2006 bij Hovawarts lieten zien dat deze eigenschappen voor maar 20-25% vererft werden.
De eigenschappen trainbaarheid, openheid voor nieuwe ervaringen & STRESS Kwetsbaarheid liggen bij ongeveer 20%.
Een veel grotere invloed heeft de fok omgeving en het groot worden van de pups bij de fokker.


CONCLUSIE :
HET LAAT DUS ZIEN ,DAT PERSOONLIJKHEID DOOR HET SAMENSPEL VAN GENETISCHE AANLEG ,OMGEVINGSFACTOREN EN DE INDIVIDUELE EIGENSCHAPPEN VAN DE HOND ONTSTAAT.


DE VROEGE SOCIALISERING -BEGINNEND TIJDENS DE DRACHT, AL IN HET MOEDERLIJF, EN IN DE EERSTE LEVENSDAGEN NA DE GEBOORTE. EN NATUURLIJK DE WEKEN DIE NOG KOMEN TOT HIJ OF ZIJ NAAR HUN NIEUWE THUIS GAAN, MOETEN EEN GROTE BETEKENIS HEBBEN BIJ DE FOKKERS.


DE PERSOONLIJKHEIDSEIGENSCHAPPEN ,ZIJ HET DE GROND PERSOONLIJKHEID OF DE INDIVIDUELE PERSOONLIJKHEID ZIJN DUS GEEN TOEVAL, EERDER ÉÉN VAN VELE BEÏNVLOEDBARE FACTOREN.


MET ANDERE WOORDEN ELKE PUP IS ALS HIJ WEGGAAT EEN RUWE- DIAMANT, DIE VERSCHILLENDE KWALITEITEN IN AANLEG MET ZICH MEEBRENGT, MAAR DIE DOOR JULLIE NOG IN ZIJN PERSOONLIJKHEID GESLEPEN MOET WORDEN.

 

Kaelynn 2e links

BRON YELLOWSTONE